AMSTERDAM - De fietskoeriers van het jonge Amsterdamse bedrijf Komeet fietskoerier trappen per dag elk zo'n 120 kilometers weg. Van files opgebroken wegen en ander stedelijk verkeersongemak hebben ze weinig last. De strijd met de (bestel)auto is allang gewonnen en ook de bromkoerier delft steeds vaker het onderspit. Tegen halftwee komt Martijn de Komeet-kantine binnenvallen, blij dat-ie het druilerige even kan laten voor wat het is. Zijn fiets, of wat daar voor moet doorgaan beland tegen de muur, terwijl de jonge koerier zich onderuit laat zakken op twee stoelen. "Dat is een baanfiets, ja. Maar alleen wielerfanaten snappen wat dat is." Afgerost Het zwarte rijwiel is ontdaan van zo'n beetje alle accessoires waar een fietsenverkoper zijn klanten doorgaans lekker mee probeert te maken. Geen bel, geen versnellingen, geen reflector, geen normale remmen. Alleen een frame, een stuur en twee wielen. "Wat er niet op zit, kan ook niet slijten", legt Martijn uit terwijl hij een broodje gezond naar binnen werkt. "Hij is een beetje afgerost, maar ik fiets niet om mijn fiets te kunnen betalen. Remblokken slijten alleen maar en een cassette tandwielen kost handenvol geld." En die rem dan? "Dat is een zogenaamde doortrapper, het als bij een bakfiets. Werkt perfect." Martijn - soldatenbroek, fietsshirt en pet - fietst al drie jaar. "Ik haal ongeveer 25.000 tot 30.000 kilometer per jaar, dat is zo'n beetje de aarde rond geloof ik." Over zijn beroep wordt nogal een romantisch gedacht, maar doorgaans is het keihard werken. "De vrijheid is het leukst, maar voor de rest valt het wel eens tegen. We worden nogal eens als minderwaardig behandelt. Als we onze pakjes afgeven bij recepties en er gaat vervolgens iets mis, is het vaak de koerier die de schuld krijgt. Terwijl de zending er gewoon ligt." De Amsterdamse fietskoerier zegt nooit ziek te zijn. "Wij leven als sporters, bouwen heel veel weerstand op." Hij is best trots op zijn uithoudingsvermogen. "Bij bar weer stappen wij niet af om naar de kachel te gaan. Dat geeft een kick. " En 's avonds nog wat bijtrainen? " Als je dan nog puf hebt om te sporten heb je niet hard genoeg gewerkt", vindt hij. Toch heeft ook Martijn het wel eens te kwaad , geeft hij toe. "1998 was het natste jaar van de eeuw. Dan is het soms huilen als je sokken weer eens wegdrijven." Niet zo professioneel Olav van Zijl (30) is samen met zijn vrouw Jenn eigenaar van Komeet Fietskoerier. Via via rolde hij in het vak. "Ik heb veel gereisd. In 1989 was ik in San Francisco. Daar verdiende ik wat als afwasser, maar dat was het toch niet helemaal" Zijn oog viel toen op de vele fietskoeriers die de stad doorkruisten. "Dat leek me leuk. Maar ik had geen fiets en ook een vergunning viel niet zo makkelijk te regelen." Het idee liet hem niet meer los. Toen hij naar veel omzwervingen in 1994 weer in Amsterdam belandde, zag hij dat het fenomeen van pakjes bezorgen per fiets ook hier zijn intrede had gedaan. Dat gebeurde in zijn ogen "niet zo professioneel", wat uiteindelijk ruim een jaar later leidde tot de start van een eigen bedrijf: Komeet fietskoerier. "We begonnen met een telefoon en een fiets", vertelt Olav. De relatief nieuwe vorm van dienstverlening sloeg aan. "We hoeven nauwelijks te adverteren. Dankzij mond-tot-mondreclame weten bedrijven ons te vinden." Inmiddels hebben Olav en Jenn 22 mensen aan het werk. Vaste krachten en oproepkrachten, van wie er doorgaans acht op de fiets zitten. Twee planners en een administrateur opereren vanuit een pandje aan de Agatha Dekenstraat. Zij nemen telefoontjes van opdrachtgevers aan en dirigeren de fietskoeriers per portofoon van A naar B. Olav zit "helaas" zelf weinig meer op de fiets nu het bedrijf groeit. Toch blijft het werk trekken. "Het is fysiek heel zwaar, maar 't is ook stoer werk, vind ik. Je komt bij veel bedrijven over de vloer, bent de hele dag buiten en ziet veel." Iemand hoeft niet per se een krachtpatser te zijn om als fietskoerier aan de slag te kunnen. "Je moet langzaam opbouwen en vooral goed eten", weet Olav uit ervaring. Hij heeft mensen van allerhande pluimage in dienst: "Studenten, muzikanten, een planoloog, een ex-bouwvakker, vertalers, maar ook iemand die parttime wijkverpleegster is." Snelheid De kracht van de dienstverlening ligt in snelheid. Komeet fietskoerier is in staat binnen een half uur na bestelling een pakje af te leveren binnen de ringweg A10. Een pakje mag niet zwaarder zijn dan 7,5 kilo. Meer kan wel maar dan wordt er een karretje aan de fiets gehaakt waar maximaal 25 kilogram in past, alles binnen bepaalde afmetingen. Het snelste ritje per fiets (superspoed) kost een opdrachtgever 27 gulden exclusief BTW. Wie twee uur geduld heeft, is met 14 piek een stuk goedkoper uit. Voor de auto als concurrent is Olav niet bang. "Wij winnen het bijna altijd. Als er een ongeluk gebeurt op de Dam, staat een auto zo tien minuten stil. Dan zijn wij met de fiets al lang op de Zuidas." De voorgenomen afsluiting van een deel van de ringweg A10 vanwege groot onderhoud zal een hoop werk opleveren verwacht hij. "Dat is een ader voor de stad. Dat wordt volslagen paniek." Zo zijn er meer 'bedreigingen' die Olav als kansen op kan pakken. "Regenachtig weer bijvoorbeeld betekend drukte voor ons." De bromfietskoerier is wel een punt waar rekening mee moet worden gehouden. "De brommer is altijd de heersende factor geweest. En natuurlijk is die sneller als we van hieruit een wedstrijdje naar het Leidseplein houden. Maar die brommers doen vaak langere ritjes. Als zo'n koerier zich in Badhoevedorp leeg meldt en hij moet terug naar het centrum om daar een pakje op te pikken, heb ik daar minuten sneller een fietskoerier zitten. En in deze business gaat het juist om minuten." Niet op provisiebasis Olav wil zijn bedrijf graag "beheerst" laten groeien. "Het moet overzichtelijk blijven." Met de huidige omvang is hij dik tevreden. "We draaien een heel aardige omzet ." De gemiddelde opbrengst per rit is zo'n 22 gulden en een fietskoerier doet zo'n twintig zendingen per dag. Keer acht fietsers is dat zo'n acht ton aan omzet. "Je kunt het zelf uitrekenen", lacht de ondernemer die op dit punt niet het achterste van zijn tong laat zien. De fietskoeriers werken niet op provisiebasis. Olav: "Ik denk daar wel over, maar heb het bewust niet ingevoerd. Het kan mensen motiveren maar het kan ook lijden tot een ongezonde competitie. Ons bedrijf is nu gezellig en ik wil dat graag zo houden. In New York bijvoorbeeld betekend geen werk geen loon. Dat leid onherroepelijk tot spanningen." Een werknemer van Komeet Fietskoerier heeft "geen managersalaris" weet ook Olav. Maar wij betalen guldens boven het minimumuurloon plus onkostenvergoeding voor fietsonderhoud. Het beeld van raggende koeriers die lak hebben aan het overige verkeer is per definitie onjuist, vind Olav. "In dit vak gebeuren relatief weinig ongelukken. Ik geef toe dat het wel eens gevaarlijk uitziet, maar een fietskoerier is heel geconcentreerd bezig. Ik tref geregeld vrienden die denken dat ik bos op ze ben omdat ik niet groette toen ik op straat voorbijfietste. Dat is natuurlijk onzin. Ik zag ze gewoon niet omdat ik met mijn werk bezig was." Loopkoerier De toekomst ziet er rooskleurig uit voor een fietskoeriersbedrijf, waarvan er in Amsterdam enkele actief zijn. "Wij rijden veel voor stadsdeelraden omdaT onze vorm van vervoer het milieu spart. Ik weet dat dit onderwerp in de Utrechtse gemeenteraad zelfs een keer een agendapunt was." Op de wat langere termijn voorziet Olav dat bedrijven nog dichter op elkaar kruipen. "Die ontwikkeling zie je ook in de VS, Australie en Canada. Afstanden worden dus korter en dat vinden wij prima. Het verbaast me dat er in Nederland nog geen loopkoerier bestaat, maar let op: Die komt eraan" H. de Boer in het reformatorisch dabgblaad |
||||||||||||